Een praktische tip: lees je tekst hardop voor. Klinkt het goed? Zo nee, bewerk je tekst tot je er zelf tevreden over bent. Nog een paar tips:
- Maak gebruik van koppen en subkoppen. Geef ze meer nadruk dan de gewone tekst door ze bijvoorbeeld groter of vetter te maken, of door ze een andere kleur of een achtergrondkleur te geven.
- Gebruik unieke en duidelijke titels voor je pagina. De titels zouden iets moeten zeggen over de inhoud van de pagina. Vermijd titels als: pagina1, pagina2. Vermijd ook mijnsite1, mijnsite_auto, mijnsite_fiets. De titels moeten kort, krachtig en zinvol zijn. Je kan de titels eenvoudig achteraf veranderen. Je doet dit op de pagina zelf.
- Val met de deur in huis : begin je tekst met een conclusie of korte samenvatting. Dan kan je bezoeker direct beslissen of hij het de moeite waard vindt om verder te lezen.
- Gebruik steeds witregels om twee alinea’s van elkaar te scheiden.
- Maak je tekst zo kort en duidelijk mogelijk.
- Biedt iets unieks aan, dat niemand heeft
- Zet getallen in cijfers. Ze springen eruit en maken het je bezoeker gemakkelijker je tekst te scannen.
- Gebruik veel korte zinnen, die je afwisselt met wat langere. Begin een nieuwe zin gerust met een voegwoord als dat zo uitkomt (iets wat je in een gewone tekst niet zo snel doet). Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, of, maar, voor. Schrijf eenvoudig.
- Gebruik geen vaktaal, behalve als je tekst echt alleen voor een bepaalde beroepsgroep is bestemd. Schrijf ook niet voor de zoekmachines, maar voor een levend publiek.
- Zorg ervoor dat de teksten van je links in een oogopslag duidelijk zijn. ‘Klik hier’ is dus geen goede tekst voor een link. ‘Meer informatie over werken in Frankrijk’ is dat wel.
- Gebruik als het kan geen afkortingen. Niet iedereen weet waar ze voor staan.
- Pas op met verwijzingen in je tekst (‘zoals ik al eerder heb aangegeven’, ‘de vorige zin’, ‘de volgende alinea’). Je weet nooit of degene die deze woorden leest, de vorige alinea’s ook daadwerkelijk heeft gelezen. Je zinnen moeten zoveel mogelijk op zichzelf staan.
- Spreek je bezoekers op een directe manier aan: met ‘u’, ‘jij’ of ‘jullie’. Maar wees ook weer niet te amicaal in je manier van schrijven. Blijf correct.
- Zorg ervoor dat je tekst foutloos is. Gebruik een spellingchecker en laat ook iemand anders je tekst nog eens doorlezen.
- Gebruik actieve zinnen in plaats van passieve. Een actieve zin heeft een duidelijk onderwerp. Dus niet: ‘er kan meer informatie worden aangevraagd bij …’, maar: ‘je kunt meer informatie aanvragen bij …’
- Maak je tekst niet te commercieel. Uit onderzoek blijkt dat websurfers een hekel hebben aan te commerciële teksten. Hoe objectiever je overkomt, hoe beter. Geef daarom ook feitelijke informatie.
- Het oog wil ook wat: maak je tekst daarom visueel aantrekkelijk. Gebruik daarvoor opsommingstekens, onderstrepingen, hoofdletters, ingesprongen alinea’s, vetgedrukte woorden, cursiveringen, afwijkende lettertypes of lettergroottes, gekleurde tekst, randen, kaders, pijlen, opmerkingen in de kantlijn, markeringen, inversietekst, enzovoort. Maar overdrijf niet: dat geeft algauw een rommelige indruk. En gebruik geen blauw om je tekst te benadrukken. De meeste websurfers associëren de kleur blauw met hyperlinks.
- Gebruik geen teksten van anderen. Bovenstaande tekst is niet van mezelf; in het volgende deel staan links naar nog meer teksten over dit onderwerp. Je zal veel overeenkomsten zien. Ik heb nog niet de moeite genomen om hem te herschrijven, ik vind de tekst prima zo. Maar eigenlijk pleeg ik plagiaat. De oorspronkelijke auteur zal deze tekst niet vinden en me er niet voor aanklagen omdat ik deze tekst on vindbaar heb gemaakt.
- Zorg voor unieke tekst op elke pagina. Bezoekers vinden het niet leuk om op meerdere pagina’s precies dezelfde tekst te vinden.
- Zo min mogelijk klikken
- Zorg voor een eenvoudige navigatie, bij voorkeur via verwijzingen op tekst en niet op plaatjes. Zorg dat een bezoeker met zo weinig mogelijk kliks bij de gewenste inhoud komt.